De venusvliegenvanger

Column uit AD,  juli 2016.

Voor de zomerrubriek Takkenwijven, schreven Gerda Bosman en ik elkaar dagelijks over onze belevenissen in eigen tuin.

Hoi Gerda,

Bzzz, hoor ik vanaf de vensterbank. Het is niet het welbekende, irritante geluid van een vlieg die hardnekkig blijft proberen door het glas heen te vliegen. Die beesten zijn de scooters onder de insecten: luidruchtig, lomp en hardleers.

Dit geluid is anders, het wekt medelijden op in plaats van irritatie. Het gezoem blijkt uit de vleesetende plant te komen: de venusvliegenvanger. Het gebeurt maar zelden dat hij zijn naam eer aandoet. Vandaag is het hem toch gelukt: tussen twee blaadjes ingeklemd zit een vlieg gevangen. Hij klinkt uitgeput van de strijd met de plant, die hem niet meer laat ontsnappen. Als de vlieg zich niet zou verroeren zou hij nog een kans maken. Maar na precies vijf spartelingen (ja, de venusvliegenvanger kan tellen) komt er uit speciale klieren sap met verteringsenzymen, die ervoor zorgen dat de vlieg ontbindt en de voedingsstoffen uit de prooi opgenomen worden door de plant.

Na een aantal dagen is de venusvliegenvanger klaar met eten. De val vouwt zich weer open en daar ligt een uitgedroogd vliegenlijkje. Dit keer at de plant het insect, maar meestal is het andersom. Hoe is dat bij jou in de tuin?

Groetjes, Corlijn