De gedomesticeerde mens

Artikel uit de VPRO Gids, september 2022.

‘In de supermarkt gaat Lucas gerust naast een vreemde staan en pakt dan zijn of haar hand vast.’

Wordt een zachtaardig karakter alleen bepaald door opvoeding of spelen genen ook een rol? Mogelijk kan het Williams-Beurensyndroom hierover uitsluitsel geven: kinderen met deze aandoening missen een stukje van chromosoom 7 en zijn beduidend socialer.

Als we aan komen lopen in de dierentuin in Best, waar de Nederlandse Vereniging Williams-Beuren Syndroom een picknick organiseert, rent een vrolijke jongen van een jaar of twaalf op ons af. ‘Hallo, ik ben Tim!’ Hij heeft grote ogen, een brede lach en bolle wan- gen, zoals meer kinderen die om ons heen met elkaar aan het spelen zijn. Het lijkt een gewone groep ouders met jonge kinderen, maar als je goed oplet zijn veel kinderen toch een beetje anders. En ook opvallend: we horen helemaal geen geruzie.

Het Williams-Beurensyndroom is het gevolg van het ontbreken van een stukje van chromosoom 7. Dat heeft allerlei gevolgen, zowel uiterlijk als innerlijk. Kinderen hebben een open gezicht met een grote mond en oren maar juist een korte wipneus. Helaas hebben ze ook vaak een vernauwde aorta en een verstandelijke beperking, maar wat het meest opvalt aan deze kinderen is hun hypersociale gedrag. In Nederland worden naar schatting jaarlijks vijftien tot twintig kinderen met Williams-Beurensyndroom geboren. Onderling lijken de kinderen meer op elkaar dan op hun eigen broers en zussen, vertelt klinisch geneticus Annet van Hagen. Aan de muur van haar spreekkamer in het Amsterdam umc hangt een gedicht van Hans Andreus dat begint met de regel: ‘Je bent zo mooi anders dan ik.’ Kinderen met Williams-Beurensyndroom ziet ze al tientallen jaren, maar ze wordt elke keer weer geraakt door hun bijzondere karakter.

Zelfdomesticatie
Evolutiebiologen zijn bijzonder geïnteresseerd in dit syndroom. De reden is dat het iets kan vertellen over hoe een zachtaardig karakter niet alleen bepaald wordt door de opvoeding, maar ook door de genen. Er zijn veel aanwijzingen dat onze voorouders veel agressiever waren dan wij. De moderne mens is steeds zachtaardiger geworden, denken antropologen. Journalist Rutger Bregman noemt ons in zijn bestseller De meeste mensen deugen liefkozend de ‘homo puppy’. Hoe die verandering in gang gezet is, legt bioloog Dirk Draulans uit in een special van De kennis van nu over domesticatie. ‘Er is een theorie die zegt dat het succes van de mens voor een belangrijk deel steunt op een proces
van zelfdomesticatie.’ Het is een opeenvolging van gebeurtenissen die begint met het ontwikkelen van meer hersenvolume. ‘Als gevolg van die grotere hersenen dreigde er een probleem te komen met de bevalling, omdat de kopjes van de baby’s te groot werden om nog op een normale manier door het geboortekanaal te kunnen. Dat probleem is opgelost door de bevalling te vervroegen. Kleinere kopjes, maar de facto dan ook prematuur geboren baby’s.’

Die kwetsbare kinderen waren gebaat bij iets wat in de apenwereld vrij uniek is: actief vaderschap. ‘De vader werkte mee met de moeder om de kleine groot te brengen, waardoor de overlevings- kans van de kleine substantieel toenam. Dit heeft ertoe geleid dat vrouwen mannen zijn gaan selecteren tegen agressiviteit omdat agressieve mannen zelden goede vaders zijn.’ Net als de diersoorten die wij zelf gedomesticeerd hebben, zoals de koe en de hond, is de mens kleiner, fijner, speelser en zachter geworden.

Wolf
Tijdens de picknick wisselen ouders ervaringen met elkaar uit. Robert Lamers vertelt hoe zijn zoon Lucas (8), een enorme knuffelkont, totaal niet terughoudend is in het contact met onbekenden. ‘In de supermarkt gaat hij gerust naast een vreemde staan en pakt dan zijn of haar hand vast.’ Geluk- kig zijn de meeste mensen daardoor vertederd. De camping is een bijzon- dere ervaring met een kind met Wil- liams-Beurensyndroom. Lamers: ‘Lucas maakt na aankomst meteen een rondje over de camping en spreekt iedereen aan: “Hallo, wie ben jij? En wat gaan jullie eten?”’ Arianne de Kruijf, moeder van Ties (14) herkent dat. ‘Wij moeten de tent nog opzetten en dan hoor ik al overal om me heen mensen “Ties! Ties!” roepen. Hij maakt heel makkelijk contact en onze jongste zoon zonder Williams-Beurensyndroom lift daar vrolijk op mee.’

De hond is de gedomesticeerde versie van de wolf. Waar een jonge wolf een andere wolf nog vrolijk kwispelend tegemoet treedt, zullen volwassen wolven dat niet meer doen. Een hond daarentegen leert dat enthousiasme nooit af. Honden blijven in die zin tot hun dood een beetje puppy. Dat is het gevolg van een domesticatie- proces dat 25.000 jaar geleden begon. We hebben allerlei dieren bedoeld of onbedoeld zachtaardiger gefokt en ze zo voor ons handelbaar gemaakt.

Keerzijde
Maar wat is er dan genetisch veranderd gedurende dat proces? In 2017 kwamen onderzoekers op het idee om te proberen te ontrafelen welke genen het sociale verschil tussen honden en wolven verklaren. Ze testten verschillende honden en wolven op hun sociale gedrag richting mensen en analyseer- den hun dna. Hierbij vielen een paar genen op die bij mensen gelinkt zijn aan het Williams-Beurensyndroom. Je zou kunnen stellen dat de ideale gezinshond een wolf met Williams-Beurensyndroom is. Klinisch geneticus Van Hagen vindt het ongemakkelijk om mensen met honden te vergelijken, maar ze vindt het wel een interessant onderzoek.

Een van de ouders verzuchtte ooit tegen Van Hagen: ‘Hadden alle mensen maar een beetje Williams-Beuren- syndroom.’ Toch is er ook een keerzijde aan hun hypersociale karakter. Ze wantrouwen niemand en kunnen ze zo bij een vreemde in de auto stappen. Jeannette Lennartz, de moeder van Tim vindt dat wel beangstigend. ‘Ik durf hem nooit ergens alleen te laten.’ Ondanks de lichamelijke problemen en de verstandelijke beperking ziet Ties’ vader Twan de Kruijf toch vooral de voordelen van een kind met dit syndroom. Want wie heeft er nou een puberzoon die nog met zijn vader wil knuffelen?

Dit artikel werd mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.