Moordenaar verraden door hobby-DNA-databanken
In 2020 is in Zweden een 16 jaar oude moordzaak opgelost door in commerciële DNA-databanken te zoeken naar verre familie van de dader. Deze nieuwe forensische opsporingsmethode is omstreden, maar tegelijkertijd zijn de resultaten zo spectaculair dat er ook in Nederland over toepassing nagedacht wordt.
Bijna 16 jaar heeft het geduurd om een gruwelijke dubbele moord in de Zweedse stad Linköping op te lossen. In 2004 werden op klaarlichte dag een 8-jarige jongen en een 56-jarige vrouw doodgestoken. De dader werd al die jaren niet gevonden, maar wat de Zweedse politie wel vond, was zijn DNA. Omdat hij geen bekende was van de politie, leverde het DNA geen match op.
De Zweedse rechercheur Jan Staaf hield zich al die jaren intensief bezig met deze zaak. Aan presentator Elisabeth van Nimwegen vertelt hij dat de politie alles uit de kast trok om de moordenaar te vinden, maar dat elk spoor liep dood. Ondertussen groeide wereldwijd de populariteit van commerciële DNA-databanken, bijvoorbeeld voor stamboomonderzoek. De DNA-profielen van miljoenen mensen zitten al in deze databanken. Een wetswijziging in 2019 stelde de Zweedse politie in staat om hiermee aan de slag te gaan. Bovenaan het ‘most wanted’ lijstje van de Zweedse politie stond de cold case in Linköping. Het onderzoek leverde razendsnel resultaat op. De moordenaar werd opgespoord en hij bekende.
Aan het forensisch gebruik van publieke DNA-databanken zitten wel haken en ogen. Zo is het maar de vraag of de mensen die hun DNA-profiel hebben gedeeld wel genetisch informant willen worden. In Nederland verkennen het ministerie van Justitie, de politie, het Nederlands Forensisch Instituut en het OM momenteel wat de mogelijkheden en voorwaarden zouden zijn voor het gebruik van particuliere DNA-databanken in Nederland.
Voor deze aflevering deed ik de research. De aflevering is hier terug te kijken.