Virus is niet altijd vijand

Artikel uit de VPRO Gids, mei 2020.

Virussen zijn er niet op uit om mensen dood te maken. Aan een dode gastheer heeft een virus namelijk niks.

Terwijl wereldleiders in oorlogsretoriek praten over de strijd tegen het coronavirus, is het echte front te vinden in het menselijk lichaam. Daar moet het afweersysteem het virus betrappen en onschadelijk maken.

We worden constant gebombar­deerd door allerlei potentiële ziekteverwekkers. Het afweersysteem heeft geen dag rust, misschien wel geen minuut. Maar overal in je lichaam lig­ gen soldaten klaar om in te grijpen als dat nodig is. Ze zijn grofweg in te delen in twee groepen: de ongetrainde krachtpatsers en de getrainde militairen, respectievelijk het aangeboren en het aangeleerde afweersys­teem. Hoogleraar immunologie Marjolein van Egmond van Amsterdam umc: ‘Het aangeboren immuunsysteem houdt je bij een infectie in leven totdat het aangeleerde immuunsysteem goed op gang gekomen is.’ Het kost tijd om de juiste antistoffen en afweercellen te ontwikkelen die de binnen­dringer onschadelijk maken.

Benieuwd hoe een een lichaam er zonder immuunsysteem uit zou zien? Kijk dan maar eens hoe snel een lichaam na over­ lijden ontbindt. Bacteriën en schimmels kunnen dan ongestoord hun gang gaan. Voor een virus is een levenloos lichaam niet interessant. Medisch microbioloog Marjolein Kikkert van het lumc: ‘Een virus is namelijk afhankelijk van levende cellen, of eigenlijk de machinerie in die cellen.’ Het virus maakt van onze cellen een viruskopieerapparaat.

Voordat het ons kan misbruiken, moet het virus eerst een cel binnendringen. Elk virus gebruikt weer een andere deurkruk om de cel binnen te komen. In het geval van het nieuwe coronavirus (Sars­CoV­2) is die deurkruk een ace2­-receptor. Dat is een specifiek herkenningsmolecuul dat aan de buitenkant van de cellen van onder andere de longen en de darmen zit. Als het virus zich aan deze receptor heeft gebonden gaat de deur open en is de cel gehackt. Vervolgens injecteert het virus genetisch materiaal van zichzelf in de cel en begint het kopiëren.

Omdat het Sars­CoV­2 een compleet nieuw virus is, liggen er geen antistoffen klaar om het snel onschadelijk te maken. Dat wil niet zeggen dat het virus onopgemerkt blijft. Het afweersysteem ontdekt iets wat een menselijke cel nooit uit zichzelf zou produceren, namelijk dubbelstrengs RNA­ moleculen, het genetisch materiaal van het virus. Kikkert: ‘Dubbelstrengs RNA is een belangrijk signaal voor het immuun­ systeem. Als dat in een cel zit, dan moet er iets aan de hand zijn.’ De geïnfecteerde cel reageert daarop met een noodkreet in de vorm van het uitscheiden van cytokines. Kikkert: ‘Hier is iets mis. Zorg dat jullie er klaar voor zijn, want er komt misschien een infectie aan.’ De cellen in de omgeving gaan vervolgens in de defensieve antiviral state: sommige systemen in de cel worden stilgelegd. Kikkert: ‘Dat kan zo’n cel wel even aan, maar niet lang, want dan gaat die cel eraan onderdoor. Het is erg effec­tief, maar het moet heel gedoseerd en heel gereguleerd gebeuren, want anders loop je schade op. Je ziek voelen komt niet primair door het virus, maar door je eigen reactie op het virus.’ Veel van de bekende griepklachten zoals koorts, spierpijn en koude rillingen worden veroorzaakt door een cytokine met de naam interferon. Het stofje zorgt voor een ontstekingsreactie die bedoeld is om virussen uit de weg te ruimen.

Hoe nuttig interferon is blijkt als je een genetisch defect hebt waardoor je lichaam het niet kan maken. Kikkert laat een foto zien van een vrouw die helemaal onder de wratten zit. ‘Wratten worden veroorzaakt door virussen. Een gezond interferon­ systeem is constant bezig om die virussen af te vangen. Af en toe komt er wat door­ heen en daarom heb je weleens een wratje.’ Zonder interferon hebben de wrattenvirus­ sen vrij spel. ‘Het illustreert wel dat we constant door virussen belaagd worden.’ Hoewel de huidige coronacrisis anders doet vermoeden, zijn virussen er niet op uit om mensen dood te maken. Aan een dode gastheer heeft een virus namelijk niks. Wat er nu precies gebeurt bij covid­ 19­patiënten begrijpen artsen nog niet helemaal, maar dat er iets mis gaat in de afweerreactie staat buiten kijf. Marjolein van Egmond: ‘Er wordt gedacht dat de reden dat mensen naar de intensive care moeten om beademd te worden eerder een cytokinestorm is dan dat het door het virus komt.’ Een cytokinestorm is een overdaad aan cytokines die plaatselijk een heftige ontsteking veroorzaken. In het geval van covid­19 zou het de dubbele longontsteking van veel patiënten kunnen verklaren.

Marjolein Kikkert benadrukt dat niet alle virussen ons ziek maken. Sterker nog, u bent ongetwijfeld zelf besmet met goed­ aardige virussen, zoals herpes. ‘Herpes­ virussen zijn al zo lang bij ons dat ze een perfecte balans met ons immuunsysteem hebben gevonden. Je krijgt meestal niet eens symptomen en ze blijven je hele leven bij je. Het immuunsysteem heeft er geen belang bij om ze op te ruimen. Maar zo’n herpesvirus is wel supersuccesvol te noe­men, want bijna alle mensen dragen wel twee, drie of vier herpesvirussen bij zich.’ Sommige wetenschappers denken dat we zelfs profijt hebben van die virussen, omdat het je afweersysteem alerter maakt. Kikkert: ‘Je hebt constant die virussen bij je en zo nu en dan krijgt dat immuunsysteem daar toch tikjes van.’ En dat prikkelen van het immuunsysteem kan best gunstig zijn. ‘Het is aangetoond dat de aanwezigheid van herpesvirussen mensen beschermt tegen andere soorten infecties, zoals bij­ voorbeeld sommige bacteriële infecties. Doordat je immuunsysteem alerter is kan het sneller reageren op andere inkomende infecties. In die zin zijn virussen niet altijd slecht.’