De diepvriesdierentuin
In een diepvries in San Diego worden cellen van (bijna) uitgestorven dieren bewaard, teneinde die weer tot leven te wekken.
In 2015 werden zes zuidelijke witte neushoorns van een natuurpark in Zuid-Afrika naar San Diego overgevlogen. Deze zes jonge vrouwtjes hebben het lot van een andere diersoort in handen. Zij moeten voorkomen dat de noordelijke witte neushoorn zal uitsterven. Van deze neushoornsoort zijn nog maar twee individuen in leven, beide onvruchtbare vrouwtjes. Een evolutionair doodlopende weg, zou je denken, maar in San Diego hebben de medewerkers van the Frozen Zoo de hoop nog niet opgegeven. Hun speciale diepvries ligt vol met lichaamscellen van uitgestorven en bijna uitgestorven diersoorten, met de bedoeling om dieren terug te klonen of op andere manieren tot leven te wekken.
In de documentaire De diepvriesdierentuin volgt regisseur Susanne Linssen de onvermoeibare, gepassioneerde wetenschappers. Geneticus Marisa Korody vertelt hoe ze ook de weekenden in het lab doorbrengt. ‘We zijn hier zeven dagen per week, want de cellen moeten elke dag “eten”.’ Er is grote blijdschap als op een echo bij Livia, één van de neushoornvrouwtjes uit Zuid-Afrika, een gezond kalf te zien is. De geboorte van het dier afgelopen augustus was wereldnieuws, maar eigenlijk draait het om Livia. Want als zij het komende jaar bewijst een goede moeder te zijn voor haar eigen nageslacht, zal ze waarschijnlijk de draagmoeder worden van een dier van onschatbare waarde. Zover is het nog niet, want eerst moet het ze nog lukken om in het lab een noordelijkewitteneushoornembryo te maken. Daarna moet het nog lukken om dat embryo in de baarmoeder van Livia te plaatsen. De onderzoekers schrikken niet van de vergelijking met Jurassic Park. ‘Dit is het laatste redmiddel. Het is niet ideaal.’
Dat een draagmoeder van een andere diersoort met succes een bedreigde soort kan voortbrengen bewijst het puberende Przewalskipaard Kurt, dat verderop in het safaripark rondrent. Hij is een kloon van een hengst die al in 1998 stierf. Een gewoon paard uit Texas was Kurts draagmoeder. De bedoeling is dat Kurt zich de komende jaren gaat bewijzen als fokhengst en de kudde wilde Przewalskipaarden daarmee een frisse, genetische boost geeft. Geneticus Oliver Ryder raakt nu al geëmotioneerd bij de gedachte dat Kurt straks bij de kudde mag. ‘Ik wil dat hij een fijne eerste ontmoeting heeft, dat hij geen verlegen jochie op het schoolbal is. Ik wil dat hij stoer rondparadeert en zegt: Hier ben ik voor in de wieg gelegd.’
Voor deze aflevering deed ik research en eindredactie. De diepvriesdierentuin is hier terug te kijken.